Gezichtsherkenning met beveiligingscamera’s is een vorm van biometrie. Ieder gezicht is uniek, net als een vingerafdruk. Met de juiste software zijn zelfs identieke tweelingen van elkaar te onderscheiden. De ontwikkelingen op dit terrein gaan snel, de gezichtsherkenningstechnologie wordt steeds beter. Als je gezichtsherkenning wilt inzetten, dan moet je echter wel rekening houden met een aantal beperkingen, zoals de privacywetgeving, veranderende gezichten (veroudering, baard, bril, enzovoort) en de mogelijkheden om de software te foppen.
Lees verder
Gezichtsherkenningssoftware herkent in het camerabeeld de vorm van een gezicht en bepaalt vervolgens de positie van en afstand tussen ogen, mond en neus. Ook worden specifieke kenmerken van het gezicht gemarkeerd. Hoe meer punten worden gemeten, hoe nauwkeuriger de gezichtsherkenning. Bij toegangscontrole wordt het gezicht opgeslagen als een code. Deze code kan eventueel worden uitgewisseld met systemen op andere locaties om ook daar de geautoriseerde personen toegang te verlenen.
Soms wil je helemaal niet weten wíe het is, maar uitsluitend dát het iemand is. In dat geval is er sprake van gezichtsdetectie. Deze optie zit tegenwoordig standaard in fotocamera’s en camera’s van veel moderne smartphones. In het beeld (in zoeker of op scherm) verschijnt dan een (softwarematig) kader om het gezicht. De camerasoftware focust vervolgens automatisch op dat gezicht. Ook beveiligingscamera’s kunnen dit en zien dus dat er een persoon in beeld is. Hierdoor kan eenvoudiger en veel sneller worden gefilterd op of worden gezocht naar camerabeelden met personen. Zonder de privacy van deze personen te schenden.
Wil je gezichten herkennen, dan zijn er wel een aantal zaken om rekening mee te houden.
Gezichtsherkenningstechnieken verbeteren in hoog tempo. Zo heeft de techniek veel minder processorcapaciteit nodig, waardoor gezichtsherkenning nu ook beschikbaar is als add-on in bestaande camera’s. Verder is de betrouwbaarheid flink toegenomen dankzij verbeterde meettechnieken. Machine Learning (in de vorm van een grote database met gezichten om mee te ‘oefenen’) speelt daarbij een belangrijke rol. Opvallend is overigens het verschil in herkenningsresultaat tussen westerse software en die uit China en omliggende landen. Google is aanzienlijk beter in het herkennen van westerse personen, waarschijnlijk door de aangeboden database. Bij software uit China is dat precies andersom.
Kortom, er kan steeds meer en de resultaten zijn steeds betrouwbaarder. Wees je echter wel altijd bewust van het wettelijke kader bij iedere vorm van biometrische identificatie. Het heimelijk toepassen van de gezichts-herkenningstechniek is nauwelijks controleerbaar, echter het opslaan en verwerken van biometrische data vraagt om zorgvuldige afweging én implementatie.
Jan van Essen, Productmanager bij Mactwin